|
||||||||
Eerlijk gezegd: ik had, voor ik deze CD in mijn bespreekbakje vond, nooit gehoord van The Jazz Defenders. Wat doet een mens dan? Dan gaat-ie op zoek op het wereldwijde web en ontdekt hij daar dat het een vijftal Engelse muzikanten betreft, die, onder leiding van pianist George Cooper, die ook tekent voor alle toen de originele composities op deze plaat, zij het dat bandleden Nick Malcolm (trompet), Nicholas Dover (sax), Will Harris (bas) en Matt Brown (drums) elk hun eigen inbreng hadden in het totstandkomen van deze ruim drie kwartier durende plaat. Vanaf de eerste beluistering is het duidelijk dat deze muzikanten een boontje hebben voor het klassieke Blue Note-werk en meer bepaald dan voor het soul-jazz aspect dat een niet-kenner als ondergetekende associeert met dat label. Ik denk dan aan Horace Silver, Kenny Burrell of Jimmy Smith en vooral aan het swingende en groovende, dat de muziek van die mannen kenmerkte. Cooper blijkt een geweldige pianist te zijn, die ondanks zijn jeugdige leeftijd -hij is nauwelijks 31- zijn sporen al flink verdiend heeft middels samenwerkingen met mensen als Hans Zimmer, Nigel Kennedy en U2. In 2015 zocht hij de mensen bijeen, die thans deze Jazz Defenders vormen en die kennelijk -zo leert me toch het wereldwijde web- een serieuze reputatie bijeengespeeld hebben in het Verenigd Koninkrijk: hun virtuositeit en muzikaliteit blijkt geweldig aan te slaan bij de meest uiteenlopende kijkers en luisteraars en, te oordelen naar deze debuutplaat, is dat volkomen terecht. Dit is namelijk een juweeltje van een hedendaagse jazzplaat: al vanaf opener “Top Down Tourism”, die je best wel enkele seconden lang aan Dave Brubeck doet denken, hoor je dat hier een gezelschap aan het werk is, dat heel vaak samenspeelt en heel lang aan het groepsgeluid gewerkt heeft. Dit stààt al meteen aan een huis en ”Everybody’s Got Something” doet daar niet voor onder, met zijn swingend heen- en weer vuurwerk tussen sax en trompet. Voor de titeltrack wordt de piano ingeruild voor het orgel en een mens zou zowaar hopen dat dat eens vaker gebeurt, waarmee ik dan weer allerminst afbreuk wil doen aan de kwaliteit van Cooper als pianist. Alleen: ik hoor die orgelklank zo graag….en de verzoening met de piano komt al snel bij “I Bought it On the Moon”. Komt daarbij dat “She’ll Come Round” de orgelliefhebber op zijn wenken bedient. Een titel als “Costa del Lol” illustreert tenvolle de Latijnse speelsheid waarmee de band tewerk gaat en het nummer geeft volop ruimte aan Will Harris om zijn bas uitgebreid te laten schitteren. Met “Rosie Karima” wordt het tempo gevoelig gedrukt en grijpt de band de kans om uitgebreid te tonen dat virtuositeit en muzikaliteit ook tegen een trager tempo kunnen samengaan. Enfin, ik zou nog even kunnen doorgaan, maar u heeft het vast al begrepen; “Scheming” is een bijzonder aangename kennismaking met een band die het verstand heeft gehad lang genoeg te wachten met het opnemen van een debuutplaat, wat maakt dat dit een binnenkomer iw, waar naar geluisterd zal worden. Heerlijke stuff is dit! (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||